De Treurvijg (Ficus Benjamina) is een prachtige kamerplant met hangende takken en glanzende groene bladeren. Perfect voor binnen en geliefd om zijn decoratieve schoonheid.
De Treurvijg heet wetenschappelijk Ficus Benjamina en behoort tot de Moraceae familie. Hij wordt regelmatig Treurvijg genoemd vanwege zijn mooie hangende takken en glanzende, lancetvormige bladeren. Oorspronkelijk komt hij uit Zuidoost-Azië, maar hij is wereldwijd geliefd als kamer- en buitenplant.
De treurvijg is een tropische boom die in zijn natuurlijke omgeving tot wel 15 meter hoog kan groeien, maar kleinere varianten worden vaak als kamerplant gebruikt. Hij heeft een elegante groeivorm met gebogen takken die een cascade-effect geven. Nieuwe takken groeien uit de hoofdstam of bestaande takken en buigen sierlijk naar buiten.
De bladeren zijn meestal donkergroen en glad met een glanzende textuur, maar er zijn ook Treurvijgen met crème-kleurige of gele markeringen op de bladeren.
De treurvijg groeit matig tot snel, onder ideale omstandigheden. Met goede verzorging kan hij ongeveer 60 cm per jaar groeien. De groeisnelheid kan variëren afhankelijk van factoren zoals licht, temperatuur en voedingsstoffen.
De Treurwilg staat het liefst in een bodem die constant vochtig is, maar niet doorweekt. Te veel water kan leiden tot wortelrot en andere problemen, terwijl te weinig water stress en bladverlies kan veroorzaken. Controleer het vochtniveau van de grond door je vinger ongeveer 2 cm in de grond te steken. Geef de plant alleen water als de bovenste centimeter droog aanvoelt. Meestal komt dit neer op ongeveer één keer per week water geven.
Geef de plant water totdat het overtollige water via de drainagegaten aan de onderkant van de pot wegloopt, zodat de hele wortelkluit gelijkmatig wordt bewaterd. Laat de plant niet in stilstaand water staan en gooi dus overtollig water weg dat zich onder de pot ophoopt. Bovendien hebben de bladeren van de Treurwilg baat bij regelmatig besproeien.
De Treurvijg geeft de voorkeur aan goed doorlatende, voedingrijke en licht zure grond. Hij groeit goed in een potgrondmix voor kamerplanten, of een mengsel van veenmos, perliet en zand. Zorg voor goede beluchting van de wortels.
Bij het kiezen of voorbereiden van de grond voor je Treurvijg, vermijd zware grond die te veel water vasthoudt. Ook moet de grond niet te alkalisch zijn, omdat dit de opname van voedingsstoffen kan verstoren. Om de jaar verpotten helpt ook om de kwaliteit van de grond te behouden en compressie van de grond te voorkomen.
De Treurvijg geeft de voorkeur aan helder, indirect licht. Hij groeit het best in goed verlichte ruimtes, maar moet beschermd worden tegen direct, intens zonlicht, vooral tijdens de warmste delen van de dag. Plaats de plant in de buurt van een raam met gefilterd licht of voorzie hem van helder kunstlicht om hem goed te laten groeien. Om een gelijkmatige groei aan te moedigen en te voorkomen dat de plant naar de lichtbron toe buigt (als je dat niet wilt), is het een goed idee om je Treurvijg elke paar weken een kwartslag te draaien.
De Treurvijg moet over het algemeen om de 4-6 weken worden bemest tijdens het groeiseizoen, dat loopt van lente tot zomer. Pas echter de frequentie aan op basis van het specifieke meststoffenproduct en de aanbevolen sterkte op de verpakking. Let op dat je niet te veel bemest, omdat dit de wortels kan verbranden.
Ficus bomen hebben een in water oplosbare meststof nodig met micronutriënten en een verhouding van 3:1:3 of 3:1:2 NPK. Meststoffen met langzame afgifte zoals 10-10-10 of 8-8-8 werken ook. Vermijd het direct aanbrengen van meststof op de bladeren, omdat dit bladverbranding kan veroorzaken. Als je langzaamwerkende korrelmeststof gebruikt, verdeel deze dan gelijkmatig op het grondoppervlak en houd het uit de buurt van de stam van de plant. Na het aanbrengen van de meststof, geef je de plant voldoende water om ervoor te zorgen dat de voedingsstoffen door de wortels worden opgenomen.
In zijn natuurlijke omgeving doet de Ficus benjamina het goed in warme en vochtige omstandigheden, wat het geschikt maakt voor regio's met een tropisch of subtropisch klimaat. Maar hij kan ook gelukkig zijn in binnenomgevingen met gematigde temperatuur en vochtigheid. Vochtigheidsniveaus tussen de 50-75% zijn ideaal.
In droge binnenomgevingen, vooral tijdens de winter wanneer verwarming de vochtigheid kan verminderen, Zou het handig zijn stappen te ondernemen om de luchtvochtigheid rond de plant te verhogen. Hier zijn wat tips:
1. Besproeien: Besproei regelmatig het blad van de plant met water om een vochtige omgeving te creëren.
2. Humidifier: Plaats een humidifier in de buurt van de plant om hogere luchtvochtigheidsniveaus te behouden.
3. Kiezelschaal: Zet de pot van de plant op een schaal gevuld met water en kiezels. Naarmate het water verdampt, neemt de luchtvochtigheid rond de plant toe.
4. Groeperen: Door planten bij elkaar te zetten, kan een gebied met hogere luchtvochtigheid ontstaan.
5. Badkamer of keuken: Deze ruimtes hebben vaak hogere luchtvochtigheidsniveaus, wat ze geschikte plekken maakt voor de Treurvijg en andere planten die houden van hoge luchtvochtigheid.
Temperatuur
Je Treurvijg groeit het liefst bij constante en relatief warme temperaturen. Hij geeft de voorkeur aan ongeveer 18 tot 24 graden Celsius (65 tot 75 graden Fahrenheit) overdag en iets koelere temperaturen 's nachts.
Vermijd plotselinge temperatuurwisselingen, tocht of koude lucht, want de plant is hier gevoelig voor. Temperaturen onder de 10 graden Celsius (50 graden Fahrenheit) kunnen stress veroorzaken en mogelijk leiden tot bladverlies.
Over het algemeen is het behouden van een warme en stabiele binnenomgeving belangrijk voor het welzijn van de Treurvijg. Plaats hem niet in de buurt van airconditioning, verwarming of tochtige ramen om temperatuur-gerelateerde stress te voorkomen.
Hoewel de Treurvijg niet bekend staat om zijn bloemen, is hij wel in staat om kleine, onopvallende bloesems te produceren. Deze bloemen zijn echter vaak verborgen tussen het weelderige bladerdak van de plant. Hierdoor vallen ze mogelijk niet op.
De voornaamste aantrekkingskracht van de Treurvijg ligt in zijn mooie bladeren. Hoewel de plant kan bloeien, is dit geen opvallende eigenschap bij de meeste varianten van de Ficus Benjamina, en veel kamerplanten zullen mogelijk helemaal geen opvallende bloemen produceren.
Als de Treurvijg bloeit, worden de bloemen doorgaans gevolgd door kleine vruchten.
Snoeien is een belangrijk onderdeel van de verzorging van de Treurvijg en heeft verschillende doeleinden. Het helpt de grootte en vorm van de plant te beheersen, dode of beschadigde takken te verwijderen, weelderige groei aan te moedigen en een aantrekkelijke uitstraling te behouden. Regelmatig snoeien voorkomt dat de plant uitgroeit tot lange, dunne takken en stimuleert nieuwe groei vanaf de basis.
Bij het snoeien van een plant is het belangrijk om schone en scherpe snoeischaren of scharen te gebruiken voor nauwkeurige sneden. Begin met het beoordelen van de algemene vorm van de plant en bepaal welke takken moeten worden verwijderd of bijgeknipt. Verwijder eerst alle dode, beschadigde of zieke takken. Om de grootte en vorm te beheersen, snoei je selectief de langere of onhandelbare takken, net boven een knoop of blad. Je kunt ook de bovenste delen van de plant terugsnoeien om vertakking en een vollere groeivorm te bevorderen. Zorg ervoor dat je niet meer dan een derde van het blad van de plant in één keer verwijdert om overmatige stress te voorkomen.
Het snoeien van de Treurvijg wordt meestal gedaan in het vroege voorjaar, net voordat de plant zijn actieve groeifase ingaat. Dit stelt de plant in staat om snel te herstellen en te profiteren van de toegenomen energiereserves voor nieuwe groei. Hoewel je het hele jaar door licht kunt snoeien om dode of zieke takken te verwijderen, moet groot snoeiwerk worden gereserveerd voor het voorjaar. Vermijd snoeien in de winter, omdat de plant dan gevoeliger kan zijn voor stress of schade.
De twee meest voorkomende methoden om een Ficus benjamina te vermeerderen zijn stekken en luchtlagen. Stekken is de meest populaire en praktische methode voor de meeste mensen.
Voortplanting door stekken
Kies een gezonde, volgroeide stengel van de moederplant. De stek moet ongeveer 15 tot 20 centimeter lang zijn en meerdere bladeren hebben. Maak met een schone, scherpe mes of snoeischaar een nette snede net onder een knoop (waar een blad is bevestigd) op de stengel. Verwijder eventuele bladeren van het onderste deel van de stek. Doop het afgesneden uiteinde van de stek in een poeder voor beworteling om de ontwikkeling van wortels te bevorderen (dit is optioneel, maar kan het slagingspercentage verhogen). Als je dit niet doet kun je de stek het beste eerst laten wortelen in water. Als de wortels minstens 10 cm lang zijn, kun je de stek in een pot zetten.
Bereid een goed doorlatende potgrondmix voor en maak deze licht vochtig. Maak een klein gaatje in de potgrond en plaats voorzichtig het onderste uiteinde van de stek in de grond, waarbij ten minste twee knopen in de mix worden begraven. Plaats de gepotte stek op een warme en heldere locatie met indirect licht. Bedek de stek met een doorzichtige plastic zak of plaats hem in een kweekbak om een vochtige omgeving te creëren. Houd het vochtgehalte in de potgrond consistent door licht te besproeien of van onderaf water te geven. Geef geen teveel water om rotten te voorkomen. Na een paar weken kun je voorzichtig aan de stek trekken om de weerstand te controleren, wat wijst op wortelontwikkeling. Nieuwe bladontwikkeling duidt ook op succesvolle vermeerdering. Zodra er wortels of bladeren zijn gevormd, laat je de stek geleidelijk wennen aan normale groeiomstandigheden. Verpot de plant indien nodig.
Voortplanting door luchtlagen
Luchtlagen is een andere methode om een Ficus benjamina te vermeerderen, maar dit vergt meer tijd en moeite. Hierbij maak je een kleine insnijding in een gezonde stengel, omwikkel je het met een handvol vochtig sphagnummos of turfmolm, en sluit je het in een plastic wikkel totdat er wortels ontstaan. Het mos moet te allen tijde vochtig worden gehouden, dus sluit de wikkel strak af. Zodra de wortels zijn gevormd, kan het gewortelde deel worden afgesneden en als nieuwe plant in een pot worden gezet.
Heeft dit artikel je aangesproken, verlaat ons dan niet zonder het ons even te laten weten via een simpele klik op de like knop!
Gebruik de knop hieronder om een verkorte url te kopieëren, zodat je dit juweeltje kan delen met anderen. Dankjewel!